Armenië
Armenië is een bergachtig land. De bijbehorende hoogteverschillen zorgen voor redelijke variatie in het klimaat. Als gevolg hiervan zie je ook verschillende landschappen. Armenië heeft een gematigd landklimaat met op de hoogstgelegen plekken een hooggebergteklimaat. Hier zijn de temperatuurverschillen aanzienlijk groter dan in de rest van het land en is er veel meer sneeuwval.
Het klimaat van Armenië.
Droge zomers
De zomers in Armenië zijn droog en zonnig. Door het landklimaat zijn de zomers erg warm met zonkracht 10 tot 11 (het hoogst haalbare). De zomerperiode begint in juni en duurt tot ongeveer halverwege september. In deze periode liggen de temperaturen overdag tussen de 22 en 37 graden Celsius. Als het hete lucht uit Rusland Armenië kan bereiken dan kan het zomaar veertig graden worden. De zonkracht is hier dan vrijwel gelijk aan die in het Caribische gebied.
Korte herfst
Vanaf de tweede helft van september gaan de temperaturen snel omlaag. De herfstperiode betekent alleen dalende temperaturen, periodes met herfstachtig weer kent Armenië vrijwel niet. De neerslaghoeveelheden stijgen in oktober en november iets ten opzichte van september, maar een echte neerslagprobleem zoals in Nederland zal je in Armenië niet hebben.
Koele winters
Na de korte herfst kent Armenië een erg koude winter. De hoofdstad, Jerevan, beleeft in de winter gemiddelde temperaturen die rond of net iets onder het vriespunt liggen. Op plekken waar je je op meer dan 2000 meter boven de zeespiegel bevindt is het aanzienlijk kouder, omdat de lucht koeler is naarmate je stijgt en sommige delen van de bergen. Armenië is dankzij de koude en sneeuwrijke winters een uitstekende bestemming voor een wintersportvakantie. De beste maand om in Armenië te skiën is februari, hoewel er vanaf december tot begin april over het algemeen voldoende sneeuw ligt om aan wintersport te doen.
